- Zuid-Koerdistan
Ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de genocide van 3 augustus 2014 heeft de Yezidische Vrouwenbeweging voor Vrijheid (TAJÊ) een herdenkingsceremonie gehouden in het dorp Qinê aan de zuidelijke rand van de berg Shengal. De ceremonie vond plaats bij een van de vele massagraven waar de stoffelijke resten liggen van mensen die zijn vermoord tijdens de genocide en feminicide door ISIS.
Riham Hasan, medevoorzitter van de Uitvoerende Raad van de Democratische Autonome Raad van Şengal (MXDŞ), opende de herdenkingsbijeenkomst met een emotionele toespraak: “Shengal is bezaaid met massagraven. Elke plek in deze regio is getuige geweest van de moordpartijen door ISIS. Namens de vele vrouwen die zijn vermoord, herdenken we vandaag al onze doden. Door hen te gedenken, wordt ons verzet sterker.”
“We zullen niet buigen”
Aangenomen wordt dat de yezidi-gemeenschap sinds de twaalfde eeuw het slachtoffer is geweest van ten minste 74 grote golven van massamoorden, met als hoogtepunt de aanval van ISIS op Shengal in 2014. Verwijzend naar deze geschiedenis van geweld benadrukte Hasan de veerkracht van de yezidi’s: “We zullen niet buigen voor de wil om ons te vernietigen. Ons antwoord op de aanvallen op onze gemeenschap is vastberadenheid: we zullen vrij leven op ons land. Onze identiteit, onze cultuur en ons geloof horen thuis in Shengal en zullen hier blijven.”
Kritiek op Irak en de Verenigde Naties
Hasan had scherpe kritiek op de Iraakse staat en de internationale gemeenschap. Hoewel 14 landen de genocide op de yezidi’s hebben erkend, blijft Irak dit weigeren. Ook het onderzoek naar de massagraven vordert slechts langzaam.
“Irak erkent de genocide misschien niet, maar Shengal zelf is een getuige. Dat kan niet worden ontkend”, aldus Hasan. Ze beschuldigde de Verenigde Naties ervan de regio te negeren en hun verantwoordelijkheid om te beschermen niet na te komen.
Massagraf in Qinê: 72 mensen vermoord
In augustus 2014 werd het dorp Qinê een toevluchtsoord voor honderden mensen die uit andere delen van Shengal op de vlucht waren voor ISIS. De aanvallers spoorden de mensen op, namen hen gevangen en doodden minstens 72 van hen, waaronder veel vrouwen en kinderen. De stoffelijke resten werden later ontdekt in een massagraf en overgebracht naar het forensisch instituut in Bagdad voor identificatie. Het onderzoek naar de identiteit van de slachtoffers is nog steeds gaande.