Het covoorzitterschap van de Uitvoerende Raad van de Unie van Koerdische Gemeenschappen (KCK) verklaarde in een schriftelijke verklaring: “Een uitweg uit deze geschiedenis van bloedbaden en genocide is alleen mogelijk door de monistische mentaliteit van natiestaten te overwinnen.”
De verklaring van de KCK luidt als volgt:
“Tweeëndertig jaar zijn verstreken sinds het bloedbad in Sivas, waar we met grote woede en pijn aan terugdenken. We veroordelen nogmaals dit bloedbad dat werd aangericht door racistische, reactionaire en fascistische krachten, en we herdenken met respect degenen die het leven lieten. Het bloedbad dat plaatsvond in Sivas is een van de ernstigste gruweldaden in de geschiedenis van de mensheid. Degenen die in Sivas aanwezig waren voor een evenement, voornamelijk schrijvers, kunstenaars, journalisten en intellectuelen, werden op brute wijze vermoord toen het Madımak Hotel, waar ze verbleven, in brand werd gestoken. Velen van hen waren nog erg jong. Dit barbaarse bloedbad liet een diepe wond achter, vooral in de Alevitische gemeenschap, maar ook in het geheugen van de volkeren van Koerdistan en Turkije, zowel door het doel als door de manier waarop het werd uitgevoerd.
Het bloedbad in Sivas was, net als de bloedbaden in Çorum en Maraş, niet alleen een bedreiging en aanval op de alevitische gemeenschap, maar ook een bloedbad gericht tegen de revolutionaire, democratische en verlichte geesten van de samenleving in Turkije. Deze bloedbaden, die het product en het ontwerp zijn van de monistische en reactionaire mentaliteit van de natiestaat, werden uitgevoerd met het doel om de vrije en democratische gemeenschappelijke toekomst van de volkeren te verduisteren, conflicten tussen gemeenschappen aan te wakkeren, hen tot vijanden van elkaar te maken en hen uiteindelijk te onderwerpen. Dit was duidelijk zichtbaar in alle bloedbaden die tegen de alevitische gemeenschap zijn aangericht. Elke keer werden er provocateurs en paramilitaire troepen geactiveerd, werden er opzettelijk spanningen tussen de sekten gecreëerd en werd vervolgens de weg vrijgemaakt voor aanslagen en massamoorden. Achter al deze bloedbaden stond de staat zelf. De aanpak van de staat om de daders te beschermen en vrij te pleiten, onthult zijn directe rol in deze bloedbaden. Dit was ook het geval bij het bloedbad in Sivas. De verantwoordelijken werden jarenlang afgeschermd en uiteindelijk vrijgesproken.
De benadering van de alevieten door de staat verschilt niet van de benadering van het Koerdische volk. Net zoals Koerden bij de stichting van de republiek werden ontkend, onderworpen aan massamoorden en het doelwit van vernietiging waren, is ook de alevitische gemeenschap ontkend, onderworpen aan druk vanwege hun geloof en cultuur en blootgesteld aan massamoorden en pogingen tot genocide. Hetzelfde beleid is ook toegepast op andere volkeren en culturen. Als een volk dat deze waarheid aan den lijve heeft ondervonden, heeft het Koerdische volk altijd een sterke empathie en solidariteit getoond met alle gemeenschappen die hebben geleden onder massamoorden, in het bijzonder het alevitische volk.
Deze ontkennende, genocidale en op bloedbaden gebaseerde aanpak, die zonder onderscheid aan alle volkeren wordt opgelegd, komt voort uit de monistische natiestaat mentaliteit. Een uitweg uit deze geschiedenis van massamoorden en genocide kan alleen worden bereikt door deze monistische natiestaat-mentaliteit te overwinnen. En dat is alleen mogelijk door de democratisering van de republiek.De “Oproep voor Vrede en Democratische Samenleving” van Abdullah Öcalan is er juist op gericht om de geschiedenis van massamoorden en genocide te overwinnen en een democratisch leven op te bouwen waarin volkeren vrij en gelijkwaardig kunnen samenleven. Wij geloven dat een democratische samenleving zal groeien door de alliantie en georganiseerde strijd van volkeren, en dat het democratische en vrije leven waar zij naar verlangen alleen op deze manier gerealiseerd kan worden. Ons meest betekenisvolle antwoord op de bloedbaden die tegen de volkeren worden aangericht zal het bereiken van dit historische doel zijn. Met dit gevoel en deze overtuiging herdenken we nogmaals met respect het bloedbad van Sivas en degenen die daarbij het leven lieten.”