- Rojava/Noord- en Oost-Syrië
In een nieuwe golf van misdaden en schendingen, blijven de Turkse bezetting en haar huurlingen doorgaan met het plunderen en ontheiligen van heilige plaatsen in de bezette Syrische gebieden, met name Afrin en Manbij, te midden van internationale onverschilligheid en stilte.
Volgens lokale bronnen hebben kolonisten in het bezette Afrin op donderdag 5 juni 2025 Eid al-Adha offerdieren gestolen van hun eigenaars.
Nu sommige kolonisten bezet Afrin beginnen te verlaten, hebben lokale bronnen een georganiseerde plundercampagne onthuld die gericht is op de infrastructuur van huizen, zoals deuren, ramen en elektrische kabels, persoonlijke bezittingen zoals meubels en huishoudelijke apparaten, evenals openbare eigendommen, waaronder landbouwapparatuur en bouwstenen.
Daarnaast werd op 3 juni een moskee in het dorp Qurna in het Bulbul district geplunderd. Door Turkije gesteunde “Sultan Murad” huurlingen stalen voorwerpen uit de moskee, waaronder batterijen voor zonnepanelen en andere religieuze eigendommen. Volgens de mensenrechtenorganisatie Afrin-Syrië zouden ze ook het grootste deel van de wijngaarden in het dorp hebben gestolen en de zonnebatterijen die de plaatselijke waterput van stroom voorzagen.
In een misdaad die de waardigheid van de doden en de geschiedenis van de Syriërs schendt, hebben gewapende groepen die gelieerd zijn aan de Turkse bezetting marmeren stenen gestolen van de martelarenbegraafplaatsen van de stad en de graven opzettelijk vernield.
Lokale mensenrechtenorganisaties bevestigen dat, ondanks de ernst van deze schendingen, de internationale machten volledig zwijgen, wat de Turkse bezetting aanmoedigt om haar beleid van culturele en demografische zuivering, dat al zeven jaar voortduurt, voort te zetten.
Inwoners van de regio hebben internationale mensenrechtenorganisaties opgeroepen om dringend actie te ondernemen, media op te roepen om deze misdaden aan de kaak te stellen en mondiale machten oproepen om hun ethische verantwoordelijkheden te nemen.
Deze incidenten zijn het zoveelste hoofdstuk in het dagelijkse lijden van de mensen die onder de Turkse bezetting en haar huurlingen leven.
Bron: ANHA