Twee uit handen van ISIS geredde Yazidi-jongeren herenigd met familie

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

De stad Shengal (Sinjar) in de Koerdische regio van Irak is het laatste aaneengesloten woongebied van de Yazidi-gemeenschap. Duizenden Yazidi’s werden vermoord en duizenden vrouwen en kinderen werden gevangen genomen tijdens de aanval op Shengal op 3 augustus 2014 door ISIS-militanten. Terwijl ISIS begon met het vermoorden van Yazidi’s in Shengal, vertrok de Peshmerga, de Yazidi’s onbeschermd achterlatend. De guerrilla’s van HPG (Volksbeschermingseenheden) en YJA Star (Vrije Vrouwentroepen) en strijders van de YPG (Volksverdedigingseenheden) en YPJ (Vrouwelijke Volksverdedigingseenheden) schoten het Yazidi-volk te hulp tegen de agressie van ISIS. Dankzij een maandenlange onbaatzuchtige strijd werd de stad op 13 november 2015 bevrijd. Na de bevrijding van de stad trokken de HPG en YPG/YPJ zich in 2017 terug. Mensen die terugkeerden naar hun land na de onafhankelijkheid van Shengal hervormden zich, richtten verdedigingseenheden op en bouwden hun instellingen op.

Het lot van duizenden Yazidi’s, vooral vrouwen, blijft onbekend. Velen zijn verkocht op slavenmarkten die ISIS heeft opgezet in steden als Raqqa, Mosul, Deir ez-Zor en Al-Bukamal. SDF-troepen hebben echter met succes duizenden van hen bevrijd en hen herenigd met hun families in Shengal.

Yazidi jongeren Diyar Elî Refo (geboren in 2003) en Osman Xêro Xudêda (geboren in 2006) werden onlangs gered door de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) en op 21 april overgedragen aan het Yazidi Huis in het Cizîr Kanton in Noord-Oost Syrië.

Beide jonge mannen waren ontvoerd door ISIS tijdens de genocidale aanval in Shengal in 2014. Ze werden naar verschillende locaties gebracht waar de huurlingen opereerden tussen Irak en Syrië. Ze ondergingen ook zogenaamde “sharia-cursussen”.

Na een persconferentie aan de Til Koçer grensovergang, georganiseerd door het Yazidi Huis in het Cizîr Kanton en de SDF communicatieafdeling, werden Diyar en Osman op zondag overgedragen aan hun families en Iraakse overheidsfunctionarissen.

Bron: ANHA