Het co-voorzitterschap van de Uitvoerende Raad van de KCK (Unie van Koerdische Gemeenschappen) heeft een verklaring vrijgegeven ter gelegenheid van de 37e verjaardag van het bloedbad van Halabja, dat aan duizenden mensen het leven heeft gekost in de Koerdische stad in het zuiden van Koerdistan (Noord-Irak).
De verklaring van de KCK op zondag werd gepubliceerd door ANF nieuwsagentschap en omvat het volgende:
“Vandaag 37 jaar geleden, op 16 maart 1988, vond het bloedbad van Halabja plaats, een van de pijnlijkste dagen in de geschiedenis van Koerdistan. Duizenden Koerden verloren hun leven op deze dag in Halabja als gevolg van een brutale aanval met chemische wapens. We veroordelen deze massamoord door het wrede Saddam-regime nogmaals krachtig. In deze cursus herdenken we met respect al diegenen die hun leven verloren in het bloedbad en herdenken we diegenen die vandaag de dag nog steeds worstelen met de gevolgen van de aanval. We herdenken ook alle martelaren van de revolutie en de democratie met respect en dankbaarheid en betuigen nogmaals onze toewijding aan hun nagedachtenis.
Het bloedbad van Halabja was een van de pijnlijkste en wreedste bloedbaden in de geschiedenis van de mensheid. Meer dan vijfduizend Koerden werden in een oogwenk afgeslacht met chemische wapens die door vliegtuigen werden gedropt. De meesten die op deze dag het leven lieten waren vrouwen en kinderen. Tegenover zo’n pijnlijke en brute slachting speelde het statistische systeem blind en doof. Terwijl de krachten van de kapitalistische moderniteit geen serieus standpunt innamen tegen het bloedbad, voelden ze niet de noodzaak om maatregelen te nemen om te voorkomen dat het Koerdische volk nieuwe bloedbaden tegemoet zou zien. Integendeel, als gevolg van hun op belangen gebaseerd beleid, bekommerden ze zich niet om de slachting van volkeren. Omdat de bloedbaden die het Koerdische volk zijn opgelegd een gevolg zijn van het kapitalistische statistische systeem. Het bloedbad van Halabja is er één van.
Volksleider Abdullah Ocalan heeft een halve eeuw lang strijd gevoerd om ervoor te zorgen dat geen enkel volk, vooral het Koerdische volk niet, wordt onderworpen aan verdere massamoorden en dat vrede en vrijheid zegevieren in Koerdistan, het Midden-Oosten en de hele wereld. Zijn ‘Oproep voor Vrede en Democratische Samenleving’ van 27 februari 2025 vertegenwoordigt een historische fase in deze strijd. Het is een historische plicht en verantwoordelijkheid om het succes van deze historische oproep te verzekeren en op deze basis te strijden om een einde te maken aan de moorddadige geschiedenis en om een Koerdistan, het Midden-Oosten en de wereld te creëren waar volkeren gelijkwaardig en vrij zullen samenleven.”
Bron: ANF