Duizenden vierden 8 maart in Kobanê

  • Rojava/Noord- en Oost-Syrië

Duizenden vrouwen in Kobanê vierden 8 maart, Internationale Dag van de Werkende Vrouw, op het Martelaar Egîd Plein.

Îlham Ehmed, co-voorzitter van de afdeling Buitenlandse Zaken van het Democratisch Autonoom Bestuur van Noord- en Oost-Syrië, hield een toespraak.

Îlham Ehmed vierde 8 maart voor alle martelaren van de revolutie en de strijders die zich verzetten aan de fronten: “Elke stap die genomen wordt, elk woord dat gesproken wordt en elke actie die ondernomen wordt is gericht op het bepalen van de toekomst. Als we hier vandaag bijeen zijn en 8 maart vieren, dan zijn we dat verschuldigd aan hen die hun leven gaven voor deze zaak en aan hen die zich verzetten aan de oorlogsfronten.

We hebben zeer moeilijke tijden achter de rug. Nu worden het lot en de toekomst van het Midden-Oosten bepaald. Om het lot van de regio te bepalen, moet ook de samenleving sterk staan.Koerden leiden dit proces.Wij vieren hier 8 maart, maar elders in Syrië vinden bloedbaden plaats.
Wij voelen ook hun pijn. Wanneer vrouwen worden afgeslacht in Latakia en andere steden, is het alsof wij worden vermoord.”

Îlham Ehmed vervolgt: “Het lot van vrouwen is één, waar ze ook zijn. De stem die in dit gebied wordt verheven is de stem van alle Syrische vrouwen. De vrouwen die zich verzetten aan het front vechten voor alle Syrische vrouwen. Vrouwen zetten hun strijd op elk gebied voort. Een Syrië waar kinderen en de samenleving vrij zijn en waar vrouwen en mannen gelijk zijn, is alleen mogelijk door de strijd van vrije vrouwen.”

Sara Xelîl, medevoorzitter van de Vergadering van Families van Martelaren in het Eufraatkanton, zei: “We wensen alle vrouwen van de wereld een gelukkige 8 maart. In het verleden was het niet toegestaan om 8 maart te vieren. Vandaag, dankzij Leider Apo [Abdullah Öcalan], zijn alle vrouwendagen een feestdag geworden. Vrouwen hebben hun plaats ingenomen op elk gebied van de samenleving. We moeten allemaal onze strijd nog hoger opvoeren op 8 maart en Newroz.”

Bron: ANF