De Tsjechische onderdanen Markéta Všelichová en Miroslav Farkas werden in 2016 aangehouden in de noordelijke Koerdische provincie Şirnex (tr. Şırnak) aan de grensovergang tussen Irak en Turkije en kort daarna gearresteerd.
De Tsjechische Markéta Všelichová schreef het boek “We vochten voor de mensheid” na vier jaar gevangenisstraf in Turkije wegens YPG-lidmaatschap. Het boek werd dinsdag gepresenteerd in Praag.
Bij de boekpresentatie beschreef Markéta Všelichová haar verblijf in Koerdistan en haar gevangenschap in Turkije. Het laatste deel van het boek bevat herinneringen aan haar Koerdische medegevangenen en foto’s uit Shengal en Rojava. Samen met haar partner Miroslav Farkas en hun dochter Arien was Markéta Všelichová in april in het noordoosten van Syrië en ontmoette ze oude vrienden. Ze bezocht onder meer Raqqa en vluchtelingenkampen. In Tsjechië blijft ze pleiten voor Rojava en werkt ze samen met de Koerdische gemeenschap.
Haar eerste reis naar Koerdistan bracht haar in 2015 naar Shengal voor humanitaire hulp, van daaruit ging ze verder naar Rojava. Toen zij en haar partner deze inzet in 2016 wilden voortzetten, werd het koppel in Turkije gearresteerd en veroordeeld tot meer dan zes jaar gevangenisstraf wegens lidmaatschap van de YPG. Het vonnis veroorzaakte een crisis tussen Turkije en Tsjechië. Na onderhandelingen werd het paar in juli 2020 vrijgelaten na vier jaar in detentiecentra in Şırnak, Şakran en Erciyes en met een Tsjechisch militair vliegtuig naar Praag gebracht.
Markéta Všelichová en Miroslav Farkas spreken goed Koerdisch en hebben hun pasgeboren dochter de Koerdische naam Arien gegeven. Ze zetten hun inzet voor Rojava voort.