- Noord-Koerdistan
Bij de aankondiging van het ‘September Rapport over Schendingen van Rechten tegen Journalisten‘, vestigde de Dicle Fırat Journalisten Vereniging (DFG) de aandacht op het feit dat de druk tegen de pers toenam in een tijd waarin het oorlogsbeleid werd geëscaleerd en de armoede en het speciale oorlogsbeleid werden verdiept.
“Journalisten werden onder gerechtelijk toezicht geplaatst op grond van ‘waarom heb je nieuws gerapporteerd’ en werden vele malen geconfronteerd met politie en militaire obstakels in het veld,” aldus het rapport.
Het rapport verwees naar de praktijken tegen JINNEWS-verslaggeefster Rabia Önver, die het doelwit was voor haar reportage over prostitutie en drugs in Hakkari en wier huis werd binnengevallen, en benadrukte dat “september het duidelijkste voorbeeld was van de repressie tegen journalisten”.
Het rapport merkte op dat de repressie tegen Rabia Önver “het meest concrete voorbeeld was van de willekeur van de rechterlijke macht en hoe die is gebruikt als knuppel tegen journalisten”.
DFG benadrukt dat de censuur en het toegangsverbod nog steeds voortduren, naast de druk op journalisten: “De verboden zijn veranderd in een middel om AKP-leden te beschermen. Op grond van schending van persoonlijke rechten werden 645 nieuwsartikelen en virtuele mediaposts over presidentieel communicatiedirecteur Fahrettin Altun de toegang geblokkeerd door het besluit van de 3e strafrechtbank van Istanboel van 12 september 2024 en genummerd 2024/8772.”
Het rapport wees erop dat: “We benadrukken nogmaals tegen al deze druk, obstructie en censuur; de plicht van een journalist is om het nieuws te rapporteren. Journalisten zijn de spiegel van de samenleving. Het is ook de plicht van de rechterlijke macht om de feiten in het nieuws te onderzoeken. De rechterlijke macht onderzoekt de beschuldigingen van journalisten en neemt administratieve maatregelen tegen degenen die overtredingen begaan. Tijdens het AKP-tijdperk is deze situatie echter omgekeerd. De rechterlijke macht richt zich tegen journalisten die nieuws brengen, waarbij de persvrijheid wordt genegeerd.”
DFG benadrukte dat ze de waarheid zullen blijven schrijven terwijl de druk en censuur van de regering en de rechterlijke macht tegen journalisten toeneemt, en zei: “Onze vastberadenheid om de waarheid te onthullen neemt niet af onder deze druk, integendeel, ze neemt toe. Net als de vastberadenheid van de vermoorde medewerkers van Free Press, net als de vastberadenheid van de eerste vrouwelijke hoofdredacteur Gurbetelli Ersöz en Nagihan Akarsel. Bij deze gelegenheid eren we Akarsel en Ersöz op de verjaardag van hun dood.”
Volgens het rapport werden 2 journalisten en 1 media-orgaan aangevallen, 2 huizen van journalisten overvallen, 5 journalisten vastgehouden, 2 journalisten gevangen gezet, 4 journalisten bedreigd en 9 journalisten verhinderd. Daarnaast kregen 4 journalisten te maken met onderzoeken en 6 journalisten met rechtszaken.
In het rapport stond dat 5 websites werden gesloten en dat 699 nieuwsartikelen en 409 virtuele media accounts een toegangsverbod kregen opgelegd.
Volgens het rapport zaten er op 2 oktober 37 journalisten in de gevangenis.