- Zuid-Koerdistan
Het vluchtelingenkamp Maxmur in Zuid-Koerdistan (Noord-Irak) is opnieuw aangevallen door een Turkse drone. Vandaag rond 10 uur plaatselijke tijd ging er een bom af in de tuin van een huis, met materiële schade tot gevolg, maakte de kampleiding maandag bekend. Wonder boven wonder raakten er geen mensen gewond.
Wat het incident nog schokkender maakt, is dat ambtenaren van de Iraakse centrale regering en een delegatie van de Verenigde Naties (VN) in het kamp aanwezig waren op het moment van de aanval. De achtergrond hiervan is een volkstelling die plaatsvindt in Irak. Veiligheidsmedewerkers van de delegatie in Bagdad onderzochten de plaats van inslag en bevestigden dat de raket was afgevuurd door een Turkse drone.
In het vluchtelingenkamp Maxmur, gelegen ten zuidwesten van Hewlêr (Erbil) in een betwist gebied tussen de regering van de Iraakse Koerdische regio (KRI) en de Iraakse centrale regering, wonen ongeveer twaalfduizend mensen. Een groot deel van de bevolking werd in de jaren negentig verdreven door de Turkse staat als onderdeel van de anti-Koerdische ‘counterinsurgency’ en een politiek van verschroeide aarde. Onder het voorwendsel van de strijd tegen de PKK werden destijds ongeveer 3.000 Koerdische dorpen ontvolkt of platgebrand. Na een odyssee van meerdere jaren en verblijven in verschillende kampen, stichtten de mensen in 1998 het Maxmur-kamp aan de rand van de woestijn. Ze vormen daarmee de grootste Koerdische vluchtelingengemeenschap ter wereld.
Het kamp, dat door de vluchtelingen zelf op een grassroots democratische manier wordt georganiseerd en gerund, is een doorn in het oog van Turkije. Ankara criminaliseert het kamp als een “broeinest” van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) dat “gezuiverd” moet worden en valt het herhaaldelijk vanuit de lucht aan. Het kamp werd afgelopen dinsdag voor het laatst aangevallen door een Turkse drone. Deze richtte zich op een huis en verwondde drie vrouwen, van wie één ernstig.
Bron: ANF