Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft ermee ingestemd om twee zaken te horen die zijn aangespannen door Kaos GL, een LGBTI+-rechtengroep, over verboden op LGBTI+-marsen en -evenementen in Turkije.
De zaken zijn gecombineerd in één herziening en vechten de beperkingen aan die de Turkse autoriteiten in 2016 en 2017 hebben opgelegd.
Kaos GL deed in eerste instantie een beroep op het EHRM nadat de gouverneur van Ankara in 2016 een mars tegen homofobie verbood en in 2017 tijdens de noodtoestand alle LGBTI+ evenementen voor onbepaalde tijd verbood. De organisatie zei dat deze verboden in strijd waren met fundamentele rechten, waaronder de vrijheid van vergadering, de vrijheid van vereniging en het verbod op discriminatie.
Het EHRM is zijn onderzoek begonnen met de vraag of het verbod op de mars van 2016 het recht op vreedzame vergadering schond en of de beperkingen wettelijk gerechtvaardigd en proportioneel waren. Het hof vroeg zich ook af of de Turkse autoriteiten de nodige stappen hadden ondernomen om ervoor te zorgen dat de mars veilig kon plaatsvinden in plaats van een algeheel verbod op te leggen.
Het EHRM heeft Turkije gevraagd om de rechtsgrondslag te verduidelijken voor het onbepaalde verbod op LGBTI+ evenementen dat werd opgelegd tijdens de noodtoestand van juli 2016 tot juni 2018.
Het hof onderzoekt of deze beslissing Kaos GL onrechtmatig belemmerde in het nastreven van haar legitieme doelen en of het neerkwam op discriminatie.
Turkije heeft tot 1 oktober de tijd om te reageren op de vragen of om aan te geven hoe het land staat tegenover een minnelijke schikking in de zaak.