- Brussel
Terwijl er al 41 maanden geen nieuws is ontvangen van de Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan, gaan de protesten van Koerden en hun vrienden in veel landen door om het stilzwijgen van internationale organisaties te veroordelen en hen op hun verantwoordelijkheden te wijzen.
Op woensdag organiseerden activisten een burgerlijke ongehoorzaamheidsactie bij het Regionale Informatiecentrum van de VN voor West-Europa in Brussel, België.
De ambtenaren hier werden geïnformeerd over de situatie in İmralı en gevraagd om actie te ondernemen.
De politie nam uitgebreide maatregelen rond het gebouw. Het protest eindigde na de vergadering.
Abdullah Öcalan, Ömer Hayri Konar, Hamili Yıldırım en Veysi Aktaş, die onder zware isolatieomstandigheden worden vastgehouden in de Imralı F Type High Security Gevangenis, hebben al 41 maanden niets van zich laten horen.
Het recht om de families van Abdullah Öcalan en medegevangenen in Imralı te ontmoeten wordt door de autoriteiten geweigerd onder vermelding van “disciplinaire straffen”. De redenen en de dossiernummers van deze disciplinaire straffen worden niet gedeeld met hun advocaten ondanks alle aanvragen en bezwaren.
Volgens het Advocatenkantoor Asrın,, “werden vanaf 27 juli 2011 tot op heden slechts 5 bezoeken van advocaten toegestaan tussen mei en augustus 2019. De laatste van deze vijf ontmoetingen was op 7 augustus 2019. Sinds 2014 zijn er slechts 5 familiebezoeken toegestaan. De laatste persoonlijke ontmoeting met Öcalans broer was op 3 maart 2020. Öcalan heeft sinds de eerste dag slechts twee telefoongesprekken kunnen voeren (op 27 april 2020 en 25 maart 2021). Het laatste telefoongesprek op 25 maart 2021 werd na zeer korte tijd onderbroken en sinds die dag is er geen nieuws meer van hem vernomen.”