Het covoorzitterschap van de Uitvoerende Raad van de Unie van Koerdische Gemeenschappen (KCK) heeft een verklaring uitgegeven ter gelegenheid van de 94e herdenking van het bloedbad in de Zilan-vallei. Op 13 juli 1930 werd de laatste Ararat-opstand neergeslagen in de Zilan-vallei.
94 jaar later is het nog steeds onduidelijk hoeveel slachtoffers het bloedbad heeft geëist. Ooggetuigen schatten dat tot 55.000 burgers en partizanen werden gedood.
De verklaring werd gepubliceerd door ANF nieuwsagentschap en luidt als volgt;
De KCK zei in haar verklaring: “We naderen de herdenkingsdag van het bloedbad van Zilan, dat blijvende indrukken heeft achtergelaten in het geheugen van het Koerdische volk. De genocidale imperialistische Turkse staat brandde honderden dorpen en steden af en slachtte tienduizenden Koerden af, waaronder kinderen en ouderen. Wij veroordelen deze barbaarse massamoord, die werd uitgevoerd door het Turkse regime, ten zeerste en herdenken nederig diegenen die hun leven hebben verloren in de massamoord. We herdenken dankbaar alle martelaren van de democratische revolutie, buigen eerbiedig voor hun dierbare herinneringen en vernieuwen onze toewijding aan hen.
Het bloedbad van Zilan, dat werd uitgevoerd met het doel om het Koerdische volk volledig uit te roeien, is een van de wreedste en bruutste bloedbaden in de geschiedenis van de mensheid. Dit bloedbad, dat deel uitmaakte van de meedogenloze slachtcampagne in de hele regio Serhat, resulteerde in de genadeloze slachting van duizenden Koerden. In die tijd waren de valleien van Koerdistan bevlekt met het bloed van afgeslachte Koerden. Zulke wreedheden konden alleen het gevolg zijn van intense vijandschap, zoals de slachtingen in de Zilan-vallei en Dersim duidelijk aan het licht brachten.”
De verklaring ging verder: “Het bloedbad in de Zilan-vallei vond, net als alle andere bloedbaden die aan het Koerdische volk werden toegebracht, plaats voor de ogen van de wereld, maar toch maakte niemand bezwaar tegen de oorlogsmisdaden van de Turkse staat. Ook vandaag zwijgt de wereld over de aanvallen en slachtpartijen op het Koerdische volk. Staten over de hele wereld zijn betrokken geraakt bij deze wreedheden door hun banden met de Turkse regering en de hulp die ze boden. Wij veroordelen nogmaals deze medeplichtigheid en roepen iedereen op om de genocide van de Turkse staat op het Koerdische volk niet te steunen.
Ongetwijfeld hebben tirannie, aanvallen en moordpartijen het Koerdische volk er niet toe aangezet om hun strijd voor vrijheid op te geven. Het Koerdische verzet in Agiri, Dersim, Mahabad, Qamishlo en Halabja is nooit gestopt. Rêber Apo [Abdullah Öcalan] reisde naar de plaats van het bloedbad in de Zilan Vallei in 1977 om de eerste ontmoeting te hebben met de revolutionairen van Koerdistan, tijdens de beginfase van de Koerdische vrijheidsstrijd. Vandaag zijn we als volk onverslagen in het aangezicht van de aanval. We verwerpen alle genocidale aanvallen terwijl we stap voor stap naar onafhankelijkheid marcheren. Met hun standvastige houding en voortdurende strijd heeft het Koerdische volk het gepaste antwoord gegeven op de bloedbaden.”
De KCK verklaring voegde eraan toe: “Vandaag de dag gaat de fascistische AKP-MHP regering door met het plegen van bloedbaden en genocides tegen het Koerdische volk. Sinds zijn oprichting heeft dit fascistische regime het Koerdische volk meedogenloos aangevallen. De recente invasie aanvallen op Zuid-Koerdistan zijn een voortzetting van de historische slachting en genocide aanval. In het kielzog van de invasieaanvallen op Zuid-Koerdistan is de KDP een actieve deelnemer geworden aan de Koerdische genocide.
Terwijl we het bloedbad van de Zilan Vallei herdenken, veroordelen we de voortdurende genocidale aanvallen in Koerdistan en de collaborateurs die ze mogelijk maken, en we dringen er bij ons volk op aan om deze bezetting en dit verraad te verwerpen.”
Bron: ANF