De Syrische Democratische Strijdkrachten hebben nieuwe cijfers vrijgegeven waaruit blijkt dat Turkije Noord- en Oost-Syrië nog steeds op grote schaal bombardeert. De Koerdische strijdkrachten beschuldigen Turkije van schendingen tegen burgers die neerkomen op oorlogsmisdaden.
Turkije heeft in de eerste helft van 2024 in totaal 339 aanvallen uitgevoerd op Noord- en Oost-Syrië. Daarbij heeft Turkije schendingen tegen de burgerbevolking begaan die neerkomen op oorlogsmisdaden, volgens een nieuw rapport van de Syrische Democratische Strijdkrachten, de Koerdisch geleide veiligheidstroepen tegen ISIS in de regio.
Uit de cijfers blijkt dat vijf burgers, waaronder een kind en twee vrouwen, werden gedood en 52 gewond raakten. Het Turkse leger viel aan met onbemande vliegtuigen (UAV’s, beter bekend als drones), gevechtsvliegtuigen en zware artillerie, gericht op essentiële infrastructuur in de regio, landbouwlocaties die van vitaal belang zijn voor het levensonderhoud en burgergebieden.
De offensieven van Turkije hebben de civiele infrastructuur en openbare diensten ernstig beschadigd, aldus de SDF, met als gevolg wijdverspreide stroomstoringen, het wegvallen van de watervoorziening en moeilijke toegang tot civiele voorzieningen en essentiële goederen. Doelwitten waren onder andere elektriciteits-, gas- en oliestations, landbouwgewassen, olijfgaarden, ziekenhuizen, een vrachtwagen voor noodhulp, laboratoria, scholen, voedselproductiefaciliteiten en fabrieken, lokale bedrijven, dorpen, huizen en burgervoertuigen.
De aanvallen, zowel vanuit de lucht als vanaf de grond, strekten zich uit van Derik (al-Malikiyah) tot Ayn Issa, Minbic (Manbij), Şehba (Al-Shahba) en Efrîn (Afrin). De ‘double-tap’ aanvallen op de infrastructuur waren gericht op medisch personeel, burgerbescherming en journalisten, voegde het rapport eraan toe.
Turkije richtte zich in mei en juni op de landbouwvelden, wat maximale schade aan seizoensgewassen en ernstige milieuvervuiling veroorzaakte. Aanvallen op oliestations in Qamişlo (Qamishli) resulteerden in vervuiling van rivieren, voegde het rapport eraan toe.
De door de VS geallieerde SDF merkte ook op dat de Turkse operaties gericht waren op hun commandanten en strijders, die een cruciale rol spelen in het voorkomen van een heropleving van ISIS. Turkije richtte zich met name op een centrum voor oorlogsgewonden, waarbij twee doden vielen.
Turkije rechtvaardigt zijn acties onder artikel 51 van het VN-Handvest als zelfverdediging. Deskundigen op het gebied van internationaal recht en mensenrechtengroeperingen stellen echter dat deze operaties het internationaal recht schenden en neerkomen op oorlogsmisdaden.
De details van het rapport vindt u hier.