- Frankrijk
Op woensdag 15 mei gaf voormalig president François Hollande een lezing over de verdediging van Europa aan 300 studenten op de campus van de Universiteit Bretagne Sud in Lorient.
Tijdens de lezing stelde een Koerdische student een vraag over de interventies van de Turkse staat, waarbij hij in het bijzonder herinnerde aan de moord op drie Koerdische vrouwelijke revolutionairen in januari 2013.
“Dit is een veel ernstiger situatie omdat het een operatie was waarvan we niet precies weten op welk niveau van de Turkse staat het werd besloten, maar het is duidelijk dat het de interventie was van operators die hebben bijgedragen aan de moord op een Koerd met een zeer sterke persoonlijkheid in Frankrijk,” zei François Hollande, verwijzend naar Sakine Cansız, een van de oprichters van de PKK.
“Dit is inderdaad de interventie van een buitenlandse staat, een lid van de NAVO en een kandidaat voor het lidmaatschap van de Europese Unie”, voegde Hollande eraan toe.
Hollande merkte ook op dat de Turkse staat een “dubbelzinnig” beleid voert, waarbij hij wees op de betrekkingen van Turkije met Rusland ondanks dat het lid is van de NAVO, de verkoop van wapens aan Oekraïne terwijl het de sancties tegen Rusland omzeilt, de vluchtelingendeal en de positie van Turkije in Syrië.
Op 9 januari 2013 werden PKK oprichtingslid Sakine Cansız (Sara), KNK Parijse afgevaardigde Fidan Doğan (Rojbîn) en jeugdlid Leyla Şaylemez (Ronahî) met drie kogels in hun hoofd op klaarlichte dag doodgschoten bij het Koerdistan Informatiekantoor dat op korte afstand van het culturele centrum ligt.
Documenten, geluidsopnames en getuigenissen kwamen aan het licht die duidelijk de verantwoordelijkheid van de Turkse inlichtingendienst MİT voor het bloedbad onthulden. Er is echter geen vooruitgang geboekt in de zaak. Noch de Turkse staat noch de Franse staat deelde de informatie die ze hadden. De Franse binnenlandse inlichtingendienst (DGSI) blijft weigeren om deze informatie te verstrekken, zwijgend op de verzoeken van de rechters en het Koerdische volk, bewerend dat het een “staatsgeheim” is. De barrière van het “staatsgeheim” heeft nog meer argwaan gewekt. Advocaten en Koerdische organisaties geloven dat de documenten belangrijke informatie bevatten over de activiteiten van de moordenaar, Ömer Güney, die onder verdachte omstandigheden stierf in de gevangenis in 2016. Koerdische organisaties en vrienden hebben de Franse autoriteiten herhaaldelijk gewaarschuwd dat nieuwe aanslagen mogelijk zijn als de opdrachtgevers van het bloedbad, de moordenaars en hun medeplichtigen niet worden gestraft. Bijna tien jaar later, op 23 december 2022, werden Emine Kara (Evîn Goyî), een leider van de Koerdische Vrouwenbeweging, de Koerdische kunstenaar Mîr Perwer en de Koerdische activist Abdurrahman Kızıl vermoord voor het gebouw van hun vereniging in Parijs.
Bron: ANF