Volgens Mezopotamya News Agency heeft het Asrın Advocatenkantoor een nieuwe aanvraag ingediend bij het Europees Comité ter voorkoming van foltering (CPT) in verband met hun cliënt, de Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan, die in absolute afzondering wordt vastgehouden in de Imralı Gevangenis en al 38 maanden niets van zich heeft laten horen. In de aanvraag zijn ontwikkelingen opgenomen die betrekking hebben op de periode tussen 1 februari en 30 april 2024 en die betrekking hebben op zowel Abdullah Öcalan als de andere 3 gevangenen in İmralı, Ömer Hayri Konar, Hamili Yıldırım en Veysi Aktaş.
In het dossier dat naar het CPT is gestuurd staat dat er in totaal 37 aanvragen, waaronder 25 advocaten en 12 aanvragen voor familiebezoek, zijn ingediend tussen 1 februari en 30 april, maar dat ze allemaal onbeantwoord zijn gebleven.
In de aanvraag stond ook dat er geen brieven waren bezorgd bij de advocaten tijdens dit proces, en dat het lot van de 4 brieven die naar Imralı waren gestuurd onbekend was. Daarnaast zeiden de advocaten dat er geen ontwikkelingen waren met betrekking tot het recht op telefoongesprekken.
Nieuwe disciplinaire straf
De advocaten zeiden dat aanvragen voor familie- en advocaatbezoek sinds 14 september 2018 ten minste 22 keer zijn geblokkeerd onder het voorwendsel van “disciplinaire straf”, en voegden eraan toe dat op 28 maart een nieuwe “disciplinaire straf” van 3 maanden werd opgelegd, voordat de laatste “disciplinaire straf” van 12 januari 2024 afliep. Er werd op gewezen dat het proces in kwestie werd uitgevoerd zonder de advocaten te informeren en werd afgerond op 12 april, in strijd met de wet. De advocaten zeiden dat het recht op verdediging van hun cliënten voortdurend werd ontzegd.
Bron: ANF