De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Hakan Fidan gaat naar Nederland om de 10e Wittenburg Conferentie bij te wonen, nadat het Nederlandse parlement de voorwaarde voor vrijlating van Demirtaş en Kavala had gesteld voor de modernisering van de douane-unie.
Fidan zal zijn Nederlandse collega Hanke Bruins Slot ontmoeten en de regionale ontwikkelingen bespreken. Volgens bronnen van het ministerie van Buitenlandse Zaken zullen gevoelige kwesties zoals Israël-Palestina, Oekraïne en Cyprus, maar ook het EU-lidmaatschapsproces van Turkije en de modernisering van de douane-unie tijdens het bezoek worden besproken.
Op woensdag 17 april stemde het Nederlandse parlement voor een motie om de actualisering van de douane-unie van de EU met Turkije te blokkeren als de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over voormalig HDP-co-voorzitter Selahattin Demirtaş, die gegijzeld wordt in de gevangenis, en Osman Kavala, een zakenman die gevangen zit in het Gezi-proces, niet worden uitgevoerd. Er wordt gesteld dat deze beslissing ook van invloed kan zijn op de ontwikkelingen in het binnenlands en buitenlands beleid van Turkije.
Het Nederlandse parlementslid Kati Piri plaatste het volgende op haar X-account: “Geen modernisering van de douane-unie met Turkije totdat de uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over de onmiddellijke vrijlating van Osman Kavala en Selahattin Demirtaş zijn uitgevoerd. Het Nederlandse parlement heeft zojuist mijn motie aangenomen in aanloop naar de EU-Raad.”
De Wittenburg Conferentie heeft tot doel de bilaterale betrekkingen en de samenwerking tussen Turkije en Nederland te versterken. Deze bijeenkomsten, waar sociale, economische, culturele en veiligheidskwesties worden besproken, worden georganiseerd in overeenstemming met het memorandum van overeenstemming dat in maart 2008 is ondertekend. De laatste bijeenkomsten zijn bedoeld om de samenwerking voort te zetten ondanks de spanningen in de bilaterale betrekkingen.
Het recente bezoek van Fidan aan België werd gevolgd door georganiseerde racistische aanvallen op Koerden.