De Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan zit sinds zijn ontvoering naar Turkije in 1999 in eenzame opsluiting op het gevangeniseiland Imrali. Het laatste contact met hem was een telefoongesprek met zijn broer in het voorjaar van 2021, dat na een paar minuten werd afgebroken. Öcalan had in augustus 2019 voor het laatst contact met zijn advocaten van het in Istanbul gevestigde Advocatenkantoor Asrın. Na een onderbreking van acht jaar leidde een hongerstaking onder leiding van politica Leyla Güven, die inmiddels weer gevangen zit, tot in totaal vijf bezoeken van advocaten. Het laatste familiebezoek aan het eiland werd goedgekeurd in maart 2020. Sindsdien is de isolatie in de zwaarbeveiligde gevangenis opgedreven tot het niveau van totale incommunicado-detentie.
Na de recente aardbeving in Gemlik, van waaruit alle boten naar Imrali vertrekken, maakt het Koerdische volk zich steeds meer zorgen over de gezondheid en veiligheid van Abdullah Öcalan.
Het initiatief ‘Vrijheid voor Abdullah Öcalan’ in Syrië stuurde een brief naar internationale instellingen en organisaties en riep hen op hun verantwoordelijkheid te nemen.
In de brief aan 11 internationale organisaties die actief zijn op het gebied van mensenrechten en mensenrechtenwetgeving, werd de aandacht gevestigd op het verergerde isolement van de Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan en werd een oproep gedaan om hun verantwoordelijkheden te nemen ten aanzien van zijn situatie.
De oproep werd ook gesteund door het Initiatief van Advocaten voor de Verdediging van Leider Abdullah Öcalan en de Noord- en Oost-Syrische Gezondheidsunie.
De lijst van organisaties waarnaar de brief werd gestuurd omvat DMME, Artsen zonder Grenzen, Raad van Europa, VN-Comité tegen foltering, CPT, Mensenrechtenraad, Internationale Rode Kruis, WHO, Arabische Liga en Amnesty International.