- Zuid-Koerdistan
Het zelfbeheerde vluchtelingenkamp Mexmûr in Zuid-Koerdistan is opnieuw aangevallen door een Turkse killerdrone. Minstens één burger is gewond geraakt.
Terwijl de luchtactiviteit boven Maxmur doorging, verzamelden mensen zich voor het ziekenhuis.
Een delegatie van Iraakse functionarissen kwam ter plaatse om een onderzoek in te stellen.
Op 7 oktober bombardeerde de Turkse staat een moskee in het kamp. Een echtpaar en hun twee kinderen raakten gewond.
Mexmûr in het vizier van de Turkse staat
Ongeveer twaalfduizend mensen leven in kamp Maxmur, dat zich ten zuidwesten van Hewlêr (Erbil) bevindt, in een omstreden gebied tussen de autonome regering van de Koerdistan Regio Irak (KRI) en de Iraakse centrale regering in Bagdad. Een groot deel van de bevolking werd in de jaren 1990 verdreven door de Turkse staat in het kader van de anti-Koerdische “opstandbestrijding” en het beleid van de verschroeide aarde – onder het voorwendsel van de strijd tegen de PKK werden destijds ongeveer 3.000 dorpen ontvolkt of platgebrand. Na een jarenlange odyssee en verblijf in verschillende kampen hebben de mensen in 1998 aan de rand van de woestijn het kamp Maxmuropgericht.
Drones aanvallen op vluchtelingen
Het basisdemocratisch georganiseerde en zelfbestuurde vluchtelingenkamp Maxmur is een doorn in het oog van Turkije. Ankara criminaliseert het kamp als een “broedplaats” van de Koerdische Arbeiderspartij PKK, dat “gezuiverd” moet worden, en valt het regelmatig vanuit de lucht aan. De laatste luchtaanval op Mexmûr, ook in de vorm van een droneaanval, vond afgelopen zaterdag plaats. Het doelwit van de aanval was een moskee. Daarbij raakte een vrouw en haar twee zonen gewond, die zich in een gemeenschapscentrum op het terrein van het gebedshuis bevonden.
Officieel onder UN-bescherming
Officieel staat Maxmur met zijn bewoners onder de bescherming en controle van de UNHCR, het vluchtelingenagentschap van de Verenigde Naties. In de praktijk is de organisatie echter alleen nominaal aanwezig. Ze verliet het kamp tijdens de aanvallen van de terreurgroep “Islamitische Staat” (IS) in 2014 en keerde daarna niet meer terug. De bevolking van het kamp beschuldigt daarom de UNHCR ervan zijn verplichtingen tegenover Maxmur te verwaarlozen. Sinds 2019 is het kamp onderworpen aan een embargo van de regering van de KRI, gedomineerd door de door Ankara gesteunde Barzanî-partij PDK. In het voorjaar boden de bewoners van Maxmur twee weken lang verzet tegen de militarisering van hun kamp door het Iraakse leger, die was versneld door Ankara en Hewlêr.