- Duitsland
Mazhar Turan heeft bijna een decennium van zijn leven in de gevangenis doorgebracht, waarvan bijna zeven jaar in Turkije en tweeënhalf jaar in Duitsland. De Koerd werd veroordeeld door het Oberlandesgericht Koblenz op grond van §§129a/b StGB wegens lidmaatschap van de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK) en na het volledig uitzitten van zijn straf in december 2021 uit de gevangenis vrijgelaten. Sindsdien staat hij onder toezicht (führungsaufsicht), mag hij zijn woonplaats niet verlaten en moet hij vier keer per week bij de politie tekenen. Zijn paspoort is in beslag genomen en zijn onbeperkte verblijfsrecht is ingetrokken. Zijn verblijf moet maandelijks worden vernieuwd.
Volgens de krant Yeni Özgür Politika heeft Turan een hartaandoening en heeft hij zelfs toestemming nodig voor doktersbezoeken, omdat hij daarvoor zijn woonplaats moet verlaten. Hij mag geen Koerdische verenigingen bezoeken en geen contact opnemen met bepaalde activisten. Hij moet ook 64.000 euro aan gerechtskosten betalen.
De voorwaarden tegen Mazhar Turan zijn opgelegd voor een periode van vijf jaar. “Ik word geïsoleerd. Net als het hele proces tegen mij zijn deze voorwaarden geen juridische beslissing, maar een politieke”, zegt Turan. Toch probeert hij zich juridisch te verweren. Volgens het rapport in YÖP heeft hij een klacht ingediend bij de bestuursrechter in Gießen tegen de voorwaarden. De zitting vond deze week plaats en het vonnis wordt binnen een maand verwacht.
Veroordeling zonder individuele strafbare feiten
Zoals gebruikelijk in PKK-zaken in Duitsland, werd Mazhar Turan niet beschuldigd van een individueel strafbaar feit of gewelddadige handelingen. De rechtbank in Koblenz merkte op dat hij bij zijn activiteiten geen geweld had gebruikt of druk had uitgeoefend, ten gunste van de beklaagde. Er zijn ook geen aanwijzingen dat hij aanslagen heeft gepland of uitgevoerd of eraan heeft deelgenomen.
Toezicht: Poging tot vernietiging van politieke identiteit
De opgelegde voorwaarden tegen Mazhar Turan zijn een gebruikelijke procedure voor Koerden die in Duitsland als PKK-leden worden veroordeeld. De procureur-generaal van Hamburg eiste in het geval van Mustafa C. (Amed) zelfs dat hij na zijn vrijlating een elektronische enkelband moest dragen en te allen tijde een niet-internetgeschikte mobiele telefoon bij zich moest hebben, evenals huisbewaking moest toestaan. Het Hanseatische Oberlandesgericht wees dit echter af, maar legde in juli 2022 wel een vijfjarig toezicht op. Gedurende deze tijd mag Mustafa C. de deelstaat Bremen niet verlaten en geen bijeenkomsten “met betrekking tot Koerdische zaken” organiseren of aanmelden. Hij moet elke verandering van woonplaats melden en om de twee weken bij de reclassering verschijnen en gehoor geven aan de oproepen van de toezichthoudende instantie. Ten slotte moet hij zich in geval van opzettelijke schending van de instructies mondeling laten voorlichten over de betekenis en strafbaarheid ervan door de JVA Bremen.
De juridische hulpverleningsorganisatie AZADÎ e.V. bekritiseert deze maatregelen als een poging om de overtuiging en politieke identiteit van Koerdische activisten te vernietigen.