Asya, Thomas en Diyako

Asya uit Turkije, Thomas uit Duitsland en Diyako uit Rojhilat ontmoetten elkaar in de bergen van Koerdistan. Het waren dappere mensen die bereid waren te strijden voor de idealen waarin ze geloofden.

Asya

Asya, oorspronkelijk genaamd Kadriye Tetik, studeerde aan de Universiteit van Samsun om lerares te worden voordat ze haar reis naar de bergen van Koerdistan begon. In een tijd waarin lesgeven in Turkije niet erg populair was, zag ze het leraarschap als een manier om haar idealen van vrijheid te verwezenlijken. Asya geloofde dat een vrije samenleving afhangt van het creëren van vrije individuen en dat onderwijs de weg naar dit doel is. Ze was zich bewust van de rol die individuen spelen in maatschappelijke verandering en transformatie, vooral degenen die al op jonge leeftijd in aanraking komen met vrij denken. Al snel moest ze echter erkennen dat individuele inspanningen of hervormingen binnen het systeem geen resultaten opleverden.

Op zoek naar een radicalere strijd vond ze de oplossing in het idee van het socialisme. Op jonge leeftijd was ze al geconfronteerd met het fenomeen van arbeid in de hazelnoottuinen in de Zwarte Zeeregio en had ze ook vroeg kennis gemaakt met de uitbuiting van arbeid, met name van Koerdische seizoenarbeiders die met vrachtwagens naar de hazelnootplantages werden gebracht. Asya zag hun vernedering en voelde zich diep verbonden met het Koerdische volk.

In het geheim legde ze vriendschappen met deze Koerden, die hard werkten, niet eerlijk werden betaald voor hun werk en veracht en gevreesd werden. Tijdens deze vriendschapsexpedities kwam ze tot een belangrijke realisatie: de Koerden waren geen “terroristen”, zoals het Turkse fascisme al 50 jaar propageerde. Asya besefte dat Mahir Çayan, Ibrahim Kaypakkaya en Deniz Gezmiş niet werden geëxecuteerd omdat ze socialisten waren, maar omdat ze degenen ontmaskerden die het Turkse chauvinistische nationalisme onder communistische dekmantel probeerden te verbergen. “Net zoals onze houding ten opzichte van vrouwen de maatstaf is voor onze oprechtheid met betrekking tot vrijheid, moeten degenen die oprecht naar het socialisme streven ook oprecht zijn in de Koerdische kwestie”, zei ze eens. Dat was een belangrijke constatering. Ze vond het hypocriet dat degenen die opkomen voor de rechten van uitgebuite Turken en zichzelf “socialisten en democraten” noemen, zwijgen als het gaat om Koerdische arbeiders en de Koerdische rechten.

Asya’s uitgangspunt was altijd het fenomeen werk, dat ze beschouwde als de hoogste waarde van de mensheid. Ze geloofde dat werk mensen tot mensen maakt, en ze had in de concrete realiteit gezien dat met name het Koerdische volk hard werkte in de honderdjarige realiteit van Turkije. Het waren de Koerden die het meest zweetten op de rijstvelden van Adana, op bouwplaatsen in Marmara en in de hazelnootplantages aan de Zwarte Zee.

Ze besefte dat er onrechtvaardigheid was. De etikettering van de Koerden als “terroristen” kon Asya niet stoppen. Het feit dat Turkije ISIS steunde om de epische strijd tegen deze vijanden van de mensheid in Rojava te breken, was de druppel die de emmer deed overlopen. Dat was te veel voor Asya, ze reisde naar Rojava om te strijden tegen het fascistische Turkse staatsdenken dat het Koerdische volk zelfs geen klein stukje land en een sprankje vrijheid wilde toestaan. Hier leerde ze de filosofie van vrijheid beter kennen die de als terroristen bestempelde Koerden over de hele wereld verspreidden, en versterkte haar overtuiging dat de ware terrorist de staat was. Asya weigerde een gewoon leven te accepteren en durfde bevriend te raken met de Koerden. Als dromer van een utopie waarin werk en mensen worden gerespecteerd, ging ze de bergen in en werd lid van de speciale eenheden. Asya zette haar strijd voort onder buitengewone omstandigheden en kon niet accepteren dat 32 leden van de guerrilla, 32 revolutionaire vrijheidsstrijders, omkwamen door besluiteloosheid bij Turkse aanvallen. Ze nam deel aan de actie in Xakurke, waar 18 indringers gestraft werden.

Thomas

Azad, die eigenlijk Thomas heette, zag de nazi-schande die als een nachtmerrie over het Duitse volk was gekomen en zaaide het zaad van vrijheid in zijn hart. Hij analyseerde grondig de nationale staat gebaseerd op de Duitse politieke economie en was nog erg jong toen hij besefte hoe kapitaal en hebzucht naar maximale winst mensen minder menselijk maakten en hen veranderden in elkaar bestrijdende robots. De groeiende Duitse wapenindustrie, de uitbuiting van natuurlijke hulpbronnen en een steeds meer gemilitariseerde samenleving leidden hem naar nieuwe levensutopieën. Azad heeft meer gelezen dan de gemiddelde Europeaan. De ambitie van Duitsland om voorop te lopen in de wapenwedloop bracht hem aan het denken. Waar Duitsland de wapens verkocht die het produceerde en op wie deze wapens gericht waren, waren allemaal cruciale vragen die Azads weg naar vrijheid bepaalden. Toen hij hoorde dat de Duitse Leopard-tank werd getest op de Koerden en dat Duitse bedrijven chemische wapens leverden aan Turkije voor massamoorden op de Koerdische vrijheidsstrijders, werd zijn pad duidelijk voor hem.

Azad leerde van Abdullah Öcalan dat men fascistisch militarisme kan bestrijden door zelforganisatie en empowerment. Azad koos er niet voor om geweld van de staat te gebruiken als middel tot bevrijding; hij koos voor collectieve zelfverdediging en trad toe tot de gelederen van de PKK. Toen hij lid werd van de PKK, had hij aanvankelijk moeite vanwege de taalbarrière, maar in korte tijd leerde hij met veel interesse en liefde Koerdisch. Op de vraag waarom hij geïnteresseerd was in de Koerdische taal, antwoordde hij: “Wie een revolutionair wil zijn, moet Koerdisch leren. Net zoals er in bepaalde periodes gemeenschappelijke talen waren die samenlevingen verenigden, is het vandaag de dag het Koerdisch. Koerdisch is een taal van vrijheid geworden.”

Azad zag de betrokkenheid van Europa bij het lijden van het Koerdische volk. In zijn strijd binnen de PKK profileerde hij zich niet als Europeaan, maar als een denkend en voelend mens van de wereld. In de bergen van Koerdistan, waar zelfs tijdens het staakt-het-vuren geen gebrek was aan gevechtsvliegtuigen, stond hij zij aan zij met Asya en Diyako in de aanvalsgroep. De ontmoeting tussen een Turkse, een Duitser en een Koerd had veel betekenis. Ze waren vertrokken om deze betekenis te creëren, en toen ze op die dag in Xakurke zij aan zij weerstand boden, zeiden ze: “Lang leve de broederschap van volkeren.”

Diyako

Zijn moeder noemde hem altijd “Diyako”. Zijn naam in de PKK was Koçer Medya. Diyako betekent “Moeder van de Bergen”. In het Soranî-dialect van het Koerdisch betekent Di-Da-Dê “moeder” en Ko betekent “berg”. Diyako’s lot was verborgen in de betekenis van zijn naam. In die dagen, toen het motto “Jin Jiyan Azadî” (Vrouw Leven Vrijheid) de heersenden deed schudden, was Diyako samen met vrijheidsstrijdsters op de posities in de bergen. Met zijn strijd maakte hij zijn naam waar, hij werd de Moeder van de Bergen. Misschien lijkt deze definitie qua biologisch geslacht ongepast, maar voor Koerdische gesneuvelden is het biologische geslacht betekenisloos. We kunnen zeggen dat deze definitie hun eer waardig is, omdat hij samen met Asya en Thomas een positie heeft ingenomen als symbool voor de broederschap van volkeren in de bergen.

Koçer Medya was zijn naam in de PKK. Toen hij deze naam aannam, was het alsof hij de geest van de oude Medische krijgers voelde. Als Medya een consensus van volkeren was, vocht het tegen rijken die volkeren onderdrukten en kastelen bouwden van schedels, en vernietigde die rijken. Toen Koçer zichzelf Medya noemde, trad hij op het toneel van de geschiedenis als een hedendaagse Meder. Als de geschiedenis zich herhaalt, dan is het vandaag zo dat het verzet van de Meden, dat de wereld in beroering bracht, samen met het Turkse volk en de volkeren van Europa en Koerdistan een nieuw tijdperk inluidt. Hoe anders zouden de Turkse Asya uit Ordu, de Duitse Thomas uit Mainburg en de Koerdische Diyako uit Sine harmonieus kunnen samenkomen en de hoop in onze harten opnieuw kunnen aanwakkeren?

Ze waren moedige mensen die bereid waren te strijden voor de idealen waar ze in geloofden. Hiermee hebben ze een erfenis van vrijheid gecreëerd en zijn ze de hoop van morgen geworden. Zoals de dichter zei: “Er is een stroom naar de zon, we zullen de zon veroveren, de verovering van de zon is nabij!”