Een groot aantal journalisten werd gearresteerd tijdens de ongekende opstand die begon in september 2022 na de moord op een jonge Koerdische vrouw genaamd Jina Amini door de zedenpolitie in Teheran.
De Internationale Federatie van Journalisten (IFJ) veroordeelde de druk en beperkingen op journalisten en riep op tot verdediging van het recht van het publiek op informatie.
IFJ eist dat het proces tegen twee vrouwelijke journalisten die bericht hebben over de dood van Mahsa Amini in openbare terechtzitting wordt gehouden. Niloofar Hamedi en Elahe Mohammadi, twee vrouwelijke journalisten die verslag deden van de dood van Mahsa Amini en sinds september 2022 in de gevangenis zitten, zullen volgens de Iraanse rechterlijke macht eind mei terechtstaan. De International Federation of Journalists (IFJ) sluit zich aan bij haar zusterorganisatie, de Teheran Province Journalists Association (TPJA), en eist dat het proces in openbare zitting wordt gehouden en herhaalt haar oproep aan de Iraanse autoriteiten om alle achter de tralies vastgehouden journalisten en mediamedewerkers vrij te laten.
De IFJ heeft een lijst vrijgegeven met gevangen genomen journalisten en verklaarde dat het een “ernstig signaal” is.
In de verklaring staat: “De gevangenneming van journalisten is een waarschuwingssignaal op internationaal niveau. We veroordelen opnieuw de ongefundeerde beschuldigingen tegen onze collega’s en vragen de Iraanse autoriteiten om alle aanklachten tegen hen te laten vallen. Journalistiek is geen misdaad en de Islamitische Republiek Iran moet alle gevangen genomen journalisten en media-activisten vrijlaten.”
De vrouwelijke journalisten in de gevangenis zijn als volgt benoemd: Nilüfer Hamedi en Elaha Mohammadi, die het nieuws van de moord op Jina Amini bekendmaakten, Iman Bahbsand, Weda Rabbani, Farzana Yahya Abadi, Farkhunda Ashouri, Hashem Moazinzadeh, Maral Dar Afrin, Amir Maskani, Siamand Mohtadi, Gina Mudarres Karaji en Kamiar Fakour.