- Turkije
De advocaten van de Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan van het Asrın Advocatenkantoor, hebben opnieuw een aanvraag ingediend bij het hoofdofficier van justitie van Bursa en het management van de zwaar beveiligde F-Type gevangeniseiland Imrali in de Zee van Marmara voor een ontmoeting met hun cliënt van wie al twee jaar niets is vernomen.
Op 14 maart 2021 deden geruchten de ronde op sociale media dat Öcalan in de gevangenis was overleden. Onmiddellijk werden overal ter wereld protesten georganiseerd die een dringend bezoek van de advocaten aan Imrali eisten.
Op 25 maart 2021 kon Öcalan kort praten met zijn broer Mehmet Öcalan. Het korte telefoongesprek vond ongeveer een jaar na een vorig gesprek plaats, op 27 april 2020, en het is de eerste keer sindsdien dat Öcalan daadwerkelijk contact had met iemand van buitenaf.
Het telefoongesprek vond plaats onder toezicht van het hoofdofficier van justitie van Urfa en was zeer kort. Het gesprek werd vrij snel onderbroken. Evenzo werd het telefoontje van een andere gevangene op Imrali, Hamili Yıldırım, met zijn familie abrupt onderbroken. Er werd gemeld dat de andere twee gevangenen, Ömer Hayri Konar en Veysi Aktaş, niet het telefoontje hadden gepleegd dat hen was aangeboden om te protesteren tegen isolatie.
Advocaten van Öcalan konden hun cliënt voor het eerst in 8 jaar ontmoeten op 2-22 mei, 12-18 juni en 7 augustus 2019. Sinds 7 augustus 2019 zijn alle bezoekaanvragen onbeantwoord gebleven.
Nadat de advocaten van Öcalan op 22 november een aanvraag hadden ingediend bij een rechtbank in Bursa voor een “dringende ontmoeting”, bleek dat er nog twee verboden waren uitgevaardigd tegen de Koerdische PKK-leider. De rechtbank van Bursa verwierp de aanvraag.
De rechtbank verwierp ook het verzoek van de families voor een ontmoeting met hun familieleden, daarbij verwijzend naar een familiebezoekverbod van drie maanden uitgevaardigd door de tuchtraad van de Imrali-gevangenis van 18 augustus 2021.
De Imrali-delegatie, die gesprekken met Öcalan heeft kunnen voeren in het kader van vredesonderhandelingen, mag sinds april 2015 het gevangeniseiland niet meer bezoeken. Sinds het laatste bezoek van het team van advocaten op 7 augustus 2019 hebben de Turkse autoriteiten niet gereageerd op een van de voortdurende verzoeken om bezoeken.
De Turkse autoriteiten gebruiken de “routekaart voor onderhandelingen” die in 2009 aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is voorgelegd als rechtvaardiging voor het bezoekverbod van het advocatenteam van Abdullah Öcalan.
Aan de andere kant werd het in 2012 gestarte onderzoek tegen de advocaten van Abdullah Öcalan begin 2021 weer opgepakt.
De advocaten Rezan Sarıca, Ali Maden, Baran Doğan, Cengiz Yürekli, İnan Akmeşe, Mahmut Taşçı en Mehmet Selim Okçuoğlu gingen naar het parket en legden een verklaring af. Nadat de verklaringen waren afgenomen, werd de door het parket opgestelde aanklacht aanvaard door het 33e Hoge Strafhof van Istanbul. De advocaten worden onder meer beschuldigd van “lidmaatschap van een terroristische organisatie”, en zullen naar verwachting in september voor de rechter verschijnen.
In de aanklacht, waar advocatenbijeenkomsten met Öcalan als een crimineel element werden getoond, werd de weigering van de advocaten om de beschuldigingen tegen hen te accepteren ook als een crimineel element aangehaald. Bovendien, terwijl advocaat Cengiz Yürekli’s gebruikmaakt van zijn zwijgrecht werd dit gezien als een element van misdaad en werden telefoontjes van gedetineerden met hun families vanwege hun beroep ook als een misdaad beschouwd.
Het meest interessante onderwerp van beschuldiging in de aanklacht was dat verklaringen als “isolatie wordt toegepast op Öcalan” en “advocaten hebben hem gedurende 300 dagen niet mogen zien” als criminele elementen werden genoemd. Dit waren zinnen vervat in verklaringen van de advocaten aan de pers.
De bezorgdheid over de situatie van Abdullah Öcalan nam toe nadat het Comité ter Voorkoming van Foltering (CPT) van de Raad van Europa op 20 en 29 september Turkije bezocht. In een verklaring van 3 oktober kondigde de CPT aan dat de Imralı-gevangenis een van de bezochte instellingen was.
Het Asrın Advocatenkantoor meldde echter dat de CPT geen ontmoeting had met Abdullah Öcalan. Het Asrın Advocatenkantoor zei 29 november: “We hebben gehoord dat de heer Öcalan het bezoek niet bijwoonde tijdens het bezoek van de CPT aan het gevangeniseiland Imralı in september 2022.”
Op 30 maart 2022 heeft het CPT zijn algemeen rapport over zijn activiteiten voor het jaar 2022 gepubliceerd. In de loop van 2022 organiseerde het CPT 16 bezoeken (in totaal 140 dagen), waaronder zeven periodieke bezoeken en negen ad hoc bezoeken. Volgens het rapport heeft CPT ook een bezoek gebracht aan de Imrali-gevangenis, waar de Koerdische PKK-leider Abdullah Öcalan wordt vastgehouden sinds zijn arrestatie en overdracht aan Turkije als gevolg van een internationale samenzwering in 1999. Het rapport gaf echter geen informatie over de omstandigheden van Abdullah Öcalan die sinds zijn gevangenschap in incommunicado-detentie wordt vastgehouden in strijd met nationale en internationale wetten en normen.