20 jaar na het begin van de door de VS geleide invasie van Irak en meer dan 10 jaar na het einde van de oorlog heeft de Amerikaanse Senaat gestemd om de wettelijke basis voor de inval te schrappen. De Kamer van Congres stemde woensdag met een brede tweeledige meerderheid om de machtiging van oktober 2002 voor het gebruik van strijdkrachten (AUMF) tegen Irak ongedaan te maken.
De tekst werd met een meerderheid van 66 tegen 30 stemmen door de Senaat aangenomen. Ook 18 Republikeinse senatoren stemden voor. De stemming betrof ook de toestemming om militair geweld te gebruiken tegen Irak, dat de basis vormde voor de aanval in 1991 op het land dat bekend staat als “Operatie Desert Storm”, die eveneens zal worden geschrapt.
“De Verenigde Staten, Irak en de hele wereld zijn ingrijpend veranderd sinds 2002, en het wordt tijd dat de wetten gelijke tred houden met die veranderingen”, zei senaatsleider Chuck Schumer. “Deze AUMF’s zijn achterhaald. Hun verwijdering zal onze troepen in het buitenland niet schaden, noch zal het ons vermogen verminderen om Amerikanen veilig te houden.
De bijbehorende wetstekst moet nu echter het door de Republikeinen gecontroleerde Huis van Afgevaardigden passeren voordat deze door president Joe Biden kan worden ondertekend. De voorzitter van de Congreskamer, Kevin McCarthy, had onlangs de vraag ontweken of hij de tekst in stemming zou brengen.
Leugens voor oorlog
De illegale Amerikaanse aanval op Irak begon op 20 maart 2003 – gerechtvaardigd door vermeende massavernietigingswapens die nooit hebben bestaan. Het land en zijn bevolking hebben een hoge prijs betaald voor de leugens: de invasie kostte het leven aan ongeveer een miljoen mensen en het aantal gedode Amerikaanse soldaten bedraagt bijna 4.500. Pas in december 2011 verlieten de laatste Amerikaanse soldaten die betrokken waren bij de oorlog het land. Later stuurden de Verenigde Staten opnieuw soldaten naar Irak om de jihadistische militie “Islamitische Staat” (IS) te bestrijden.
De rechtsgrondslag voor de invasie, een resolutie van het congres die in oktober 2002 met kracht van wet werd aangenomen, is nog steeds geldig. Ze is herhaaldelijk gebruikt voor militaire acties in Irak – onder meer bij de moord op de Iraanse generaal Ghassem Soleimani in januari 2020 bij een drone-aanval op de luchthaven van Bagdad in opdracht van de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump. Critici vrezen dat een Amerikaanse president de machtiging ook zou kunnen gebruiken om militair geweld te gebruiken voor een militaire operatie tegen Iran. Daarom wordt er al geruime tijd geroepen om de vergunning in te trekken.
Aan de andere kant mag een vergunning die na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 is afgegeven om militair geweld te gebruiken voor de zogenaamde oorlog tegen het terrorisme, niet worden ingetrokken. Dit vormde de basis voor de oorlog in Afghanistan en tal van militaire operaties tegen islamisten in landen als Syrië, Jemen en Somalië.