- Turkije
De medevoorzitters van de Democratische Volkspartij (HDP) voor buitenlandse zaken, Feleknas Uca en Hişyar Özsoy, hebben een verklaring afgegeven over de belemmering en confiscatie door de Turkse regering van humanitaire hulp aan de slachtoffers van de aardbeving. De HDP is vastbesloten door te gaan met de hulpverlening bij aardbevingen en dringt er bij de internationale gemeenschap op aan nauwlettend te volgen wat er gebeurt in het rampgebied.
De vandaag vrijgegeven verklaring luidt:
“Terwijl mensen de ondragelijke pijn doorstaan van de aardbevingen die tienduizenden doden en miljoenen daklozen hebben geëist, is de Turkse regering ondoelmatig geweest bij reddingsoperaties en bij het voorzien in essentiële voedsel- en onderdakbehoeften. Na de aanvankelijke schok en paniek te hebben overwonnen, gebruikt de regering nu de bevoegdheden van de noodwetten om haar mislukkingen te verdoezelen door de inzameling en distributie van humanitaire hulp die door ngo’s, politieke partijen of gewone mensen in het hele land wordt georganiseerd, te belemmeren of op onwettige wijze over te nemen.
Vanaf de eerste dag van de aardbeving hebben ngo’s, met name vakbonden en gemeenschapsverenigingen, politieke partijen en particulieren zich gemobiliseerd om de slachtoffers van de aardbeving in de tien getroffen provincies te helpen. De HDP heeft zich bij deze inspanningen aangesloten door humanitaire hulp te organiseren en te leveren en crisisbureaus op te richten in alle tien de provincies. De regering belet ons echter de hulp aan de slachtoffers te verdelen door onze magazijnen te bestormen en de ingezamelde hulpgoederen in beslag te nemen. Vier vrachtwagens met hulpgoederen die door het HDP Crisiscoördinatiecentrum naar de aardbevingsgebieden waren gestuurd, werden in beslag genomen en één vrachtwagen werd teruggestuurd.
Het overheidsagentschap voor rampen- en noodbeheer (AFAD) in Adıyaman [Koerdisch: Semsûr], een plaats die grote verwoestingen heeft ondergaan, nam een vrachtwagen vol tenten in beslag die door de HDP naar de slachtoffers waren gestuurd. De politie nam een andere vrachtwagen met hulpgoederen van Izmir naar Osmaniye in beslag en arresteerde drie mensen, onder wie de chauffeur. 85 kachels en een vrachtwagen met tonnen hout en houtskool vanuit Siirt en Batman [Koerdisch: Sêrt en Êlih] waren naar het district Nurdağı in Gaziantep [Dîlok], werden ook door AFAD in beslag genomen en de door ons ingezamelde hulpgoederen werden naar de AFAD-kampen in Gaziantep gebracht. En op 15 februari benoemde de districtsgouverneur, vergezeld van politie en gendarmerie, een ‘beheerder’ van de staat om het crisiscoördinatiecentrum over te nemen dat we hadden opgezet in het dorp Hasankoca in Pazarcık [Gurgum], het epicentrum van de eerste aardbeving. Het centrum verleende humanitaire hulp aan de slachtoffers in het district en in meer dan honderd dorpen in de omgeving. HDP-vrijwilligers in de stad werden gedwongen de stad te verlaten om arrestatie te voorkomen.
De regering vernietigt civiele netwerken van maatschappelijke solidariteit en samenwerking door misbruik te maken van de bevoegdheden van de noodtoestand. Deze confiscaties zijn bedoeld om alle humanitaire hulp in handen van de regering te monopoliseren en om de ondoelmatigheid van de regering bij het aanpakken van de crisis te verhullen.
We roepen de internationale gemeenschap op om nauwlettend toe te zien op de vernietiging door de regering van de netwerken van maatschappelijke solidariteit en humanitaire hulp op een moment dat ze het hardst nodig zijn voor de slachtoffers. Ondanks belemmeringen van de overheid zal de HDP haar inspanningen voortzetten om de slachtoffers de broodnodige hulp te bieden.
Foto: MA