- Iran
Een Koerdische journalist in Iran is veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf waarvan vijf jaar voorwaardelijk. Volgens verschillende mensenrechtenorganisaties werd Nazila Maroofian schuldig bevonden aan “propaganda tegen de staat” en “verspreiden van valse informatie”. Het vonnis werd geveld in afwezigheid van de 23-jarige door een zogenaamde revolutionaire rechtbank in Teheran. De rechter legde ook een geldboete op van omgerekend 310 euro en een uitreisverbod van vijf jaar.
Maroofian, die in Teheran woont, komt uit de stad Seqiz in Oost-Koerdistan, de geboorteplaats van Jina Mahsa Amini, wiens dood leidde tot de “Jin, Jiyan, Azadî”-revolutie. De 22-jarige werd op 13 september tijdens een familiebezoek in de Iraanse hoofdstad Teheran opgepakt door de zogenaamde morele politie omdat ze de hijab op de verkeerde manier droeg.
Amini werd naar een politiebureau gebracht onder het voorwendsel dat ze “bewustzijn en training” kreeg over kledingvoorschriften. Volgens getuigen werd de jonge vrouw daar brutaal geslagen, vooral op het hoofd. Ze zakte in elkaar en werd naar een ziekenhuis gebracht. Op 16 september verklaarden de autoriteiten Amini officieel dood. Het regime verspreidde de versie dat ze leed aan een hartaandoening die haar dood veroorzaakte. De kliniek in Teheran, waar Amini in coma lag, zei na haar dood dat ze hersendood was toen ze werd opgenomen.
Op 19 oktober plaatste Maroofian een interview met Amini’s vader, Amjad, op de Mostaghel-website. Daarin verwierp de man de officiële informatie dat zijn dochter aan een ziekte leed. De titel van het interview, dat kort daarna werd verwijderd, was ondubbelzinnig: “Mahsa Amini’s vader: ‘Je liegt!'” Een paar dagen later werd Maroofian in Teheran gearresteerd en naar de beruchte Evin-martelgevangenis gebracht. Hoewel ze aan het begin van haar detentie twee milde hartaanvallen kreeg, werd ze pas half januari vrijgelaten nadat ze borgtocht had betaald.