- Turkije
De president van de Koerdische Autonome Regio van Irak (KRI), Nêçirvan Barzanî, werd donderdag ontvangen door de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan. Tijdens de bijeenkomst in het presidentieel paleis in Ankara werden vragen over de bilaterale betrekkingen tussen Turkije en de KRI en regionale politieke ontwikkelingen besproken, volgens een verklaring van het Barzanî-kantoor. Het onderwerp van de bijeenkomst was volgens de informatie onder meer de export van gas en olie naar Europa. “Beide partijen benadrukten hun wederzijdse bereidheid om de betrekkingen tussen de regio Koerdistan en Turkije op alle gebieden te bevorderen, met name op het gebied van handel en economische samenwerking, en om de bestaande kansen te gebruiken om het gezamenlijke partnerschap van Irak en de regio Koerdistan met Turkije op het gebied van energie uit te breiden, dat actief kan bijdragen aan het dichten van de kloof in gas en energie en het voldoen aan de wereldwijde behoeften, vooral in Europa”, zei het.
Een ander punt dat tijdens de discussie naar voren kwam, was het “belang van meer samenwerking” tussen alle drie de regeringen “om de grenzen te beschermen”. Naast een dreiging van de terreurorganisatie “Islamitische Staat” (IS) in Irak en Syrië, lag de nadruk vooral op de oorlog tegen de Koerdische guerrillastrijders en de agressie tegen Rojava en de Yezidi-nederzetting Shengal. Men was het erover eens dat de acties tegen “terreur” moet worden uitgebreid.
De noordelijke Iraakse regio Shengal is het laatste aaneengesloten vestigingsgebied van het Yezidi-volk en staat permanent in het middelpunt van de grensoverschrijdende luchtaanvallen van Turkije.
Ook Rojava ontkomt niet aan de Turkse agressie.De Turkse staat heeft op 1 juni 2022 zijn wil uitgesproken voor een nieuwe alomvattende invasie-aanval.De aanvallen van de Turkse staat op Rojava zijn een aanval op de strijd om het bestaan van het Koerdische volk. Het 30 kilometer diepe Rojava die Turkije wil bezetten, en getoond tijdens de VN-sessie, maakte zijn agenda duidelijk. Het stilzwijgen van de VN over dit invasieplan wijst ook op het bestaan van troepen die dit plan daadwerkelijk steunen.