- Duitsland
Een demonstratie die gepland was voor zaterdagmiddag in Berlijn tegen de omstandigheden in de gevangenis van Abdullah Öcalan, werd door de organisatoren kort voor aanvang afgeblazen. De reden voor de annulering is een wettelijke eis van de Berlijnse politie om de weergave van het portret van de Koerdische PKK-leider te verbieden.
“We hebben besloten om op deze willekeurige repressie te reageren door de demonstratie te annuleren”, zei Erhan Firat, medevoorzitter van de vereniging Freie Kurdische Gemeinde Berlin [Vrije Koerdische Gemeenschap in Berlijn]. De aanwezigen, waaronder activisten van de Dest-Dan Vrouwenraad en internationalistische activisten, steunden de beslissing van het organisatiecomité en scandeerden “Bijî Serok Apo” [Lang leve leider Öcalan].
“Het spreekt voor de anti-Koerdische mentaliteit van bepaalde autoriteiten dat het tonen van Öcalan’s afbeeldingen verboden is, zelfs als het ‘sociaal gepast’ is, zoals het in het jargon van de autoriteiten wordt genoemd,” zei Firat. “Dit is bijvoorbeeld het geval bij een wake die, zonder enige connectie met PKK-gelieerde activiteiten, alleen de persoonlijke situatie van de politieke gijzelaar Abdullah Öcalan tot onderwerp van publieke opinievorming wil maken. Dit was precies onze bedoeling met onze demonstratie, die de slogan “Azadî ji bo Öcalan” [Vrijheid voor Öcalan] moest dragen. Er zijn verschillende gerechtelijke uitspraken volgens welke het tonen van foto’s van Öcalan in verband met zijn gevangenisomstandigheden niet verboden is. Maar de politie beschuldigt ons ervan de foto’s te willen laten zien omdat we een algemeen politiek doel nastreven en ons helemaal niet bekommeren om de persoonlijke situatie van Öcalan. Dit is meer dan onzin gezien de zorgen van onze samenleving gezien zijn gevangenisomstandigheden.”
Sinds enkele maanden vinden er weer dagelijks protesten plaats van de Koerdische gemeenschap in Duitsland en andere Europese landen. Talloze mensen eisen duidelijkheid over de situatie van Abdullah Öcalan, de PKK-oprichter die sinds 1999 gevangen zit op het Turkse gevangeniseiland Imrali. De protesten zijn ingegeven door het volledige stilzwijgen over de situatie van de 73-jarige Koerdische PKK-leider en de eis dat het Comité ter Voorkoming van Foltering (CPT) van de Raad van Europa zorgt voor contact met hem en zijn medegevangenen. Al bijna twee jaar mag Öcalan zijn familieleden niet zien of zijn raadsman raadplegen. Het laatste teken van leven van hem was een telefoongesprek met zijn broer Mehmet Öcalan in maart 2021, dat om onbekende redenen snel werd onderbroken.
Aangezien het Asrin advocatenkantoor, dat Öcalan en de drie andere Imrali-gevangenen wettelijk vertegenwoordigt, eind november verklaarde dat de CPT geen persoonlijk contact had met Öcalan tijdens zijn laatste bezoek aan Turkije in september, is bezorgdheid over het leven en de veiligheid van Öcalan toegenomen. De Koerdische samenleving eist opheldering over het bezoek van de CPT aan Imrali en informatie over de toestand van de gevangenen.