Koerdische student Baran Barış Korkmaz zit drie jaar vast in Turkije. Hij wordt beschuldigd van een complot dat niet heeft plaatsgevonden. Niettemin heeft een hof van beroep de hem opgelegde straf bevestigd.
Baran Barış Korkmaz zit al drie jaar in de maximaal beveiligde gevangenis in de noordelijke Koerdische hoofdstad Xarpêt (Elazığ) – voor niets. De 27-jarige studeerde internationale betrekkingen aan de Adnan Menderes Universiteit in Aydın, West Anglia toen hij in de zomer van 2016 werd gearresteerd tijdens een bezoek aan zijn geboortestad Pêrtag (Pertek) in Dersim. De beschuldiging: “lidmaatschap van een terroristische groep” en “opzettelijke moord”.
De inval vond plaats kort na de aankomst van de student in Pêrtag in het lege huis van de buren van de familie Korkmaz. De betrokken politie beweerde tijdens de huiszoeking een gasfles in de tuin te hebben gevonden. Als reden voor de arrestatie en de daaropvolgende detentie van Baran Barış Korkmaz, hebben de autoriteiten alleen deze gasfles gepakt, die de jonge man naar verluidt daar speciaal heeft geplaatst om te gebruiken in een aanval. Het probleem: de vermeende geplande moord gebeurde niet omdat het vermeende complot door de politie was vervalst. Al het bewijsmateriaal dat is gepresenteerd door de onderzoeksdienst in Elazığ – wiens hoofd van de politie en de provinciale militaire inlichtingenofficier in de gevangenis zitten voor het FETÖ-lidmaatschap – is in de rechtbank weerlegd. Zelfs een politie-informant, die tijdens het proces tegen Korkmaz als een zogenaamde “geheime getuige” was verschenen, kon de student niet herkennen.
Niettemin werd Baran Barış Korkmaz afgelopen juli veroordeeld tot 59 jaar gevangenisstraf. In de geschiedenis van de Turkse Republiek is het de hoogste straf ooit voor een misdrijf waarvan bewezen is dat het niet is gepleegd. Mehdi Özdemir, de advocaat van de 27-jarige, had onmiddellijk na de uitspraak een beroep bij de hogere rechtbank ingediend. Op vrijdag besliste en bevestigde het hof van beroep van Erzurum het vonnis tegen Korkmaz. Özdemir heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan bij het Grondwettelijk Hof.