- Iran
229 Iraanse advocaten stuurden een gezamenlijke brief naar de Iraanse rechterlijke macht waarin ze zich verzetten tegen de doodvonnissen van Warisha Muradi, Pakshan Azizi en Sharifa Muhammadi.
De brief benadrukte de noodzaak om de doodvonnissen in te trekken en de zaken opnieuw te beoordelen.
In de brief stond: “De doodvonnissen die zijn opgelegd aan deze drie vrouwen schenden niet alleen islamitische, humanitaire en mensenrechtennormen, maar ook internationale wettelijke normen met betrekking tot het recht op leven in Iran. Deze vonnissen zullen de nationale eenheid schaden en gevoelens van discriminatie aanwakkeren.”
De advocaat van de politieke gevangene Pakshan Azizi, Amir Reisiyan, bevestigde op 8 januari 2025 dat het Iraanse Hooggerechtshof het doodvonnis tegen zijn cliënt had bekrachtigd. Hij verklaarde ook dat het hof de door de verdediging ingediende documenten had verworpen.
Bovendien werd het doodvonnis voor Warisha Muradi, uitgesproken tijdens rechtszittingen op 16 juni en 4 oktober 2024, officieel aan haar advocaten meegedeeld.
Het verdedigingscomité voor Sharifa Muhammadi zei dat de politieke gevangene op 13 februari opnieuw ter dood was veroordeeld. Tijdens het nieuwe proces werd bekend dat het doodvonnis tegen Muhammadi werd gehandhaafd door Mohammad Ali Derwêş Goftar, het hoofd van de Tweede Kamer van het Revolutionaire Hof van Rasht in Iran.
Muhammadi, een 45-jarige vrouwenrechtenactivist uit de stad Urmia, stond in 2023 terecht op beschuldiging van “anti-staatspropaganda” en werd op 4 juli 2024 door het Revolutionaire Hof van het Iraanse regime ter dood veroordeeld. Het vonnis werd echter op 12 december 2024 vernietigd. Met de laatste uitspraak is het doodvonnis opnieuw bevestigd.
Bron: ANF