Tweehonderdvijftig vrouwen en kinderen zijn vanuit vluchtelingenkamp al-Hol, ten oosten van Hesekê, teruggekeerd naar hun huizen in Tabqa en Deir ez-Zor. Dit werd donderdag 11 juli aangekondigd door de kampadministratie aan het persbureau ANHA. Al sinds eind mei kunnen gezinnen die niet gelieerd zijn aan de jihadistische milities van de Islamitische Staat (IS) het kamp verlaten. Tien dagen geleden zijn 217 vrouwen en kinderen teruggekeerd naar Raqqa en Deir ez-Zor. Het besluit was genomen op de “Conferentie van de stammen van Syrië”.
Het al-Hol kamp werd gebouwd in april 2016 door de autonome administratie van Noord- en Oost-Syrië. Het is de grootste tentenstad in de regio. Met het laatste offensief van de Syrische Democratische Krachten (SDF) tegen de zogenaamde Islamitische Staat (IS), die in maart eindigde met de militaire overwinning op de terroristische organisatie, nam de bezetting van het kamp enorm toe. Vanwege onvoldoende steun van internationale hulporganisaties staat het zelfbestuur met de zorg voor degenen die bescherming zoeken er echter praktisch alleen voor.