Het al-Hol kamp ten oosten van de Noord-Syrische stad Hesekê biedt momenteel plaats aan ongeveer 66.000 mensen. Naast tienduizenden familieleden van jihadisten uit de terroristische militie ISIS verblijven er ook bijna 400 gezinnen in het kamp (zonder enige connectie met ISIS). Het kampmanagement kon nu de terugkeer van 109 van deze families naar hun huizen garanderen. Ze zijn inwoners van de voormalige ISIS-bolwerken Hajin en al-Baghouz in de Oost-Syrische regio Deir ez-Zor. Zij zijn inmiddels in Deir ez-Zor gearriveerd. Desondanks is het kamp nog steeds massaal overvol.
Het Al-Hol kamp ligt ongeveer 40 kilometer ten oosten van de kantonale hoofdstad Hesekê in het grensgebied tussen Irak en Syrië. Het werd gebouwd door de UNHCR voor Iraakse vluchtelingen in het begin van 1991 tijdens de Tweede Golfoorlog. Nadat het in de tussentijd was gesloten, werd het kamp heropend tijdens de oorlog in Irak in 2003. Sinds de ontmanteling van de territoriale heerschappij van ISIS afgelopen maart, werd het kamp voornamelijk gebruikt voor het huisvesten van vrouwen en kinderen die eerder in gebieden onder ISIS-controle woonden.
Volgens het Rojava Informatiecentrum (RIC) hebben sinds juni 2019 meer dan 4.000 Syrische burgers en 1.430 buitenlandse inwoners het al-Hol Kamp verlaten.
Al enige maanden lop0en de spanningen in het kamp hoog op. Parallel aan het begin van de invasie van Turkije in Noord- en Oost-Syrië, wat in strijd is met het internationale recht, is het jihadistisch gemotiveerd geweld in het kamp nog verder toegenomen. Aanhangers van de zogenaamde ISIS hebben een geheime rechtbank ingesteld waarin vrouwen uit het kamp zijn veroordeeld voor “wangedrag”. Met de “religieuze politie” (Hisba) proberen ze ook hun tirannieke heerschappij te handhaven. Verschillende mensen zijn al vermoord door deze ISIS-vrouwen.